De ruimtelijke en financiële haalbaarheid van verdere stedelijke verdichting onderzocht

Kansen voor stedelijke verdichting

Woningnood staat weer nadrukkelijke op de politieke agenda. Veel woningen zijn de afgelopen jaren binnen bestaand stedelijk gebied gebouwd, maar het is de vraag of dit in de toekomst ook lukt. In dit project is daarom de ruimtelijke en financiële haalbaarheid van verdere stedelijke verdichting onderzocht. Centraal daarbij stonden vragen als: hoeveel verdichting vindt plaats? Waar gebeurt dit? Waarom daar? Wat zijn de kosten en baten van die ontwikkelingen?

Het consortium
Dr. Eric Koomen en Jip Claassens MSc (Vrije Universiteit Amsterdam), Planbureau voor de Leefomgeving, Gemeente Den Haag en gebiedsontwikkelaar BPD

  • De uitkomsten kort samengevat

    Binnen het project hebben de onderzoekers vooral ruimtelijke analyses gedaan op basis van zeer gedetailleerde ruimtelijke data en speciale software (GeoDMS). Ze maakten gebruik van de basisregistraties adressen en gebouwen (BAG) voor analyses van recente veranderingen in lokale woningaantallen en een grote database van de Nederlandse Vereniging voor Makelaars (NVM) met gegevens van al hun huisverkooptransacties. Op basis van laatstgenoemde data hebben de onderzoekers, speciaal voor het PBL, onderzocht wat de lokale baten van verschillende typen woningbouw zijn. Samen met het PBL werken de onderzoekers  nu aan de simulatie van toekomstige stedelijke ontwikkelingen volgens verschillende sociaaleconomische scenario’s.

    De resultaten over stedelijke verdichting zijn gedeeld met de praktijkpartners, zoals de gemeente Den Haag tijdens het overleg waarin het onderwerp ‘1 miljoen woningen in de Haagse regio’ centraal stond. En ook hebben de onderzoekers de inzichten gedeeld met bijvoorbeeld het college van rijksadviseurs ten behoeve van hun Dashboard Maatschappelijke Meerwaarde Verstedelijking.

    De belangrijkste bevinding is dat binnenstedelijke verdichting kán en steeds vaker gebeurt, en slechts marginaal ten koste gaat van de groene ruimte in de stad. Een kwart van het totaal aantal toegevoegde woningen is sinds 2000 in bestaand stedelijk woongebied gebouwd. Een vergelijkbaar aantal woningen is bijgebouwd in stedelijke transformatiegebieden op bijvoorbeeld voormalige industrieterreinen. In totaal is ruim een half miljoen woningen toegevoegd aan het bestaand stedelijk gebied in de afgelopen 20 jaar.

    Opmerkelijk genoeg is dat aandeel binnenstedelijke woningen in de loop van de tijd toegenomen van ruim 40 tot bijna 70 procent. Er zijn dus nog geen tekenen dat het steeds lastiger wordt om binnen steden ruimte voor nieuwe woningen te vinden. Een factor die hier mogelijk een rol bij speelt is het langzaam aangevuld raken van de VINEX-uitleglocaties net buiten de steden waar in de afgelopen jaren een belangrijk deel van de woningbouw gerealiseerd is. Bij het verdwijnen van dat alternatief neemt de druk op de bestaande stad toe en worden daar meer woningen gerealiseerd.

    Samen met PBL is daarnaast onderzocht in hoeverre een vergelijkbare verdichting in de komende decennia ook mogelijk is. Een belangrijke vraag daarbij is in welke mate dat mogelijkerwijs tot uitplaatsing van bijvoorbeeld bedrijventerreinen leidt en daarmee indirect alsnog tot verlies van open ruimte.

    Een wat uitgebreider samenvattend Nederlandstalig artikel is te vinden in Service Magazine.

  • Interview met de onderzoekers

    VerDuS publiceerde in februari 2018 een interview met hoofdonderzoeker Eric Koomen.

  • Overzicht publicaties

    Op de website van NWO staat een overzicht van de publicaties.