Gepubliceerd op 16 februari 2018

De haalbaarheid van stedelijke verdichting

Het aantal woningen in Nederland blijft de komende jaren groeien, vooral rond de grote steden. Veel woningen zijn de afgelopen jaren binnen bestaand stedelijk gebied gebouwd, maar het is de vraag of dit in de toekomst ook lukt. In het SURF-project ‘Kansen voor verdichting’ onderzochten Eric Koomen en Jip Claassens (Vrije Universiteit) daarom de ruimtelijke en financiële haalbaarheid van verdere stedelijke verdichting.

‘Sinds dit project hebben we een beter inzicht in de huidige ontwikkelingen. Hoeveel verdichting vindt plaats? Waar gebeurt dit? Waarom daar? Wat zijn de kosten en baten van die ontwikkelingen? De inzichten staan allemaal in een artikel dat we gepresenteerd hebben op congressen (ERSA, ILUS) en praktijkdagen, zoals bijvoorbeeld ‘Klein wonen, grootste blik’ in oktober vorig jaar,’ aldus Eric Koomen.

‘Binnen het project hebben we vooral ruimtelijke analyses gedaan op basis van zeer gedetailleerde ruimtelijke data en speciale software (GeoDMS). We maakten gebruik van de basisregistraties adressen en gebouwen (BAG) voor analyses van recente veranderingen in lokale woningaantallen en een grote database van de Nederlandse Vereniging voor Makelaars (NVM) met gegevens van al hun huisverkooptransacties. Op basis van laatstgenoemde data hebben we, speciaal voor onze partner PBL, onderzocht wat de lokale baten van verschillende typen woningbouw zijn. Samen met PBL werken we nu aan de simulatie van toekomstige stedelijke ontwikkelingen volgens verschillende sociaaleconomische scenario’s. De resultaten over stedelijke verdichting zijn gedeeld met onze praktijkpartners, zoals de gemeente Den Haag tijdens het overleg waarin het onderwerp ‘1 miljoen woningen in de Haagse regio’ centraal stond. En ook hebben we onze inzichten gedeeld met bijvoorbeeld het college van rijksadviseurs ten behoeve van hun Dashboard Maatschappelijke Meerwaarde Verstedelijking.’

Zuidas Amsterdam

Foto: Ymkje de Boer

De belangrijkste bevinding uit het SURF-project van Koomen en Claassens is dat binnenstedelijke verdichting kán en steeds vaker gebeurt, en slechts marginaal ten koste gaat van de groene ruimte in de stad. Een kwart van het totaal aantal toegevoegde woningen is sinds 2000 in bestaand stedelijk woongebied gebouwd. Een vergelijkbaar aantal woningen is bijgebouwd in stedelijke transformatiegebieden op bijvoorbeeld voormalige industrieterreinen. In totaal is ongeveer een half miljoen woningen toegevoegd aan het bestaand stedelijk gebied in de afgelopen 17 jaar. Samen met PBL analyseren Koomen en Claassens nu in hoeverre een vergelijkbare verdichting in de komende decennia ook mogelijk is. Een belangrijke vraag daarbij is in welke mate dat mogelijkerwijs tot uitplaatsing van bijvoorbeeld bedrijventerreinen leidt en daarmee indirect alsnog tot verlies van open ruimte.