Gepubliceerd op 2 juni 2021

Platforminnovaties (zoals voor deelfietsen) zijn geen onschuldig middel voor stedelijke verduurzaming

Platforminnovatie is potentieel een drijvende kracht in transities naar duurzame mobiliteit. Tegelijkertijd botst platforminnovatie met publieke belangen en brengt het bestuurlijke dilemma’s met zich mee. Om de opkomst van platforminnovatie te beteugelen, zijn daarom nieuwe samenwerkingen tussen overheden en platformen noodzakelijk, aldus VerDuS-onderzoeker Arnoud van Waes, die op 27 mei 2021 aan de Universiteit Utrecht promoveerde. Zijn onderzoek maakt deel uit van Smart Cycling Futures.

Met dank aan de Universiteit Utrecht

Arnoud van Waes richtte zich op de kansen en uitdagingen van platforminnovatie door de opkomst en ondergang van een nieuwe generatie deelfietssystemen te onderzoeken. Deze casus is een verhaal over een ogenschijnlijke veelbelovende mobiliteitsinnovatie, disruptieve groei en onwenselijke uitkomsten. Het onderzoek biedt inzichten uit de mondiale fietshoofdstad Amsterdam en deelfietshoofdstad Shanghai.

Het onderzoek laat zien dat platforminnovatie stedelijke mobiliteitstransities kan versnellen vanwege schaalvoordelen. Dat maakt snelle opschaling mogelijk, met name omdat digitale platformen niet afhankelijk zijn van investeringen in nieuwe fysieke infrastructuur. Door platforminnovatie spelen nu ook gevestigde technologiebedrijven en start-ups een centrale rol in mobiliteitstransities. Een belangrijke motivatie hiervoor zijn potentiële verdiensten uit gebruikersdata (data die bovendien ook publieke doelen kan dienen). Platformgedreven businessmodellen brengen echter ook onwenselijke effecten met zich mee zoals hypercompetitie, overlast en privacyschendingen.

Een belangrijke uitdaging is dat platforminnovatie zorgt voor frictie met stedelijke instituties omdat afstemming vaak mist met bestaande regelgeving, normen of lokale culturen. Door dit soort instituties te beïnvloeden, veranderen platforminnovators de richting van transities. Ook staat de snelle lancering van platforminnovatie op gespannen voet met de meer weloverwogen en democratische evaluatie van de sociale wenselijkheid door overheden.

Deze studie laat zien dat platforminnovatie niet onschuldig is. Een lastige bestuurlijke uitdaging is dat platforminnovatie bepaalde publieke belangen behartigt (zoals duurzame mobiliteit) maar tegelijkertijd ook andere publieke waarden ondermijnt (zoals overlast, gelijkheid of dataprivacy). Bovendien blijkt dat steden nog niet goed uitgerust zijn om te kunnen anticiperen op de impact van platforminnovatie. Om uitdagingen van platforminnovatie in de toekomst beter het hoofd te bieden – en een positieve bijdrage aan stedelijke transities te garanderen – zijn daarom nieuwe vormen van bestuur en samenwerking tussen lokale overheden en platformen nodig.

Het onderzoek beveelt strategische stedelijke experimenten in living labs aan als geschikte bestuurlijke aanpak waarin belanghebbenden gezamenlijk in de praktijk leren over kansen en problemen van platform innovatie.

Het volledige proefschrift kunt u downloaden als PDF.