Gepubliceerd op 6 september 2019

Het adaptieve vermogen van stedelijke intermediairs

In elke kwetsbare wijk zijn er wel actieve buurtbewoners die voor positieve veranderingen in hun buurt zorgen. Dat kan een buurman zijn die kookt voor mensen met een kleine portemonnee, een theatermaker die voorstellingen maakt over vrouwenemancipatie of iemand die zich actief inzet voor het vergroenen van de wijk. Merlijn van Hulst,Tilburg University, bestudeert in het verlengde van eerder VerDuS SURF-onderzoek hoe deze mensen hun praktijk kunnen doorontwikkelen. Want dat blijkt niet gemakkelijk te zijn.

Die actieve sleutelfiguren in de buurt worden ook wel stedelijke intermediairs of ‘best persons’ genoemd. Ze zijn voor lokale beleidsmakers en wijkambtenaren van grote waarde omdat ze verschil kunnen maken in wijkgerichte opgaven. Ze kunnen gezien worden als een schakel tussen systeem- en leefwereld of tussen beleid en wijkpraktijk,  vertelt Van Hulst. ‘Uit eerder onderzoek blijkt dat stedelijke intermediairs moeite hebben om hun manier van werken op de langere termijn door te zetten. Daarom gaan we nu in het kader van het VerDuS SURF-project kijken hoe stedelijke intermediairs in acht Europese gemeenten, waaronder vijf Nederlandse, door de tijd heen al dan niet in staat zijn geweest om hun praktijken aan de eisen van de omgeving aan te passen.’

Foto: Alex Schröder

Marathon versus sprintjes
Voor intermediairs is de rol die ze innemen vaak zwaar, vertellen de onderzoekers. ‘Het gaat om mensen die voor de lange termijn een bepaalde rol innemen in een wijk. Ze hebben een eigen visie. Tegelijkertijd zijn ze afhankelijk van kortdurende financiële middelen uit het lokale overheidsbeleid. Ze lopen een marathon door steeds kortdurende sprintjes te trekken. Daarom willen we manieren vinden waarop gemeenten de groep intermediairs kunnen ondersteunen.’

Een waardevol kennisnetwerk
De studie vindt plaats in samenwerking met een kennisnetwerk van intermediairs, ambtenaren en wetenschappers. Van Hulst: ‘Omdat we door de opeenvolging van projecten echt longitudinaal onderzoek kunnen doen, doen we waardevolle kennis op voor alle partijen. De kennis kan leiden tot aangepaste praktijken en governance-principes. We gaan hiervoor op zoek naar de ‘best persons’ uit eerder onderzoek in Utrecht, Amsterdam, Zwolle, Leeuwarden en Den Haag. Ook werken we samen met de stedelijke experts van dit moment en  maken we gebruik van bevindingen uit het recentere SmartUrbI-onderzoek in Glasgow, Birmingham, Kopenhagen en Amsterdam. In living lab-bijeenkomsten gaan we in gesprek met allerlei partijen die in die labs actief zijn.’

Consortium
Het consortium bestaat uit de gemeenten Amsterdam, Utrecht en Leeuwarden, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners (LSA) en het Tilburg Institute of Governance van Tilburg University.

Meer informatie: