Digitale platforms bepalen in toenemende mate stedelijke dynamiek. Vaak zijn commerciële en individuele waarden hierbij leidend. Hoe zorgen we ervoor dat deze platforms bijdragen aan publieke waarden in de stad? In deze studie vertalen de onderzoekers gedeelde publieke waarden naar een programma van eisen voor mobiliteitsplatforms. Peter Pelzer van de Universiteit Utrecht: ‘We proberen deze benadering uit samen met de gemeente Utrecht, bij de ontwikkeling van een mobiliteitsplatform in de Merwedekanaalzone.’
Het borgen van het publiek belang is van oudsher een taak van stedelijke planning, vertelt Pelzer. ‘Met de opkomst van digitale platforms zoals Uber en Google Maps verandert deze taak. Platformdiensten leveren winst op voor de eigenaar en gebruiksgemak voor individuele gebruikers. Maar hoe zit het met de waarde voor de maatschappij? Dragen digitale platformdiensten ook bij aan de borging van publieke waarden zoals bereikbaarheid, gezondheid en een florerend publiek domein? Wat we willen uitvinden is welke publieke waarden precies van belang zijn bij dit type platforms en hoe die waarden kunnen worden geïntegreerd in apps. Overheden kunnen hiermee dan bijvoorbeeld rekening houden in het uitzetten van tenders voor app-ontwikkelaars.’
Het ‘juiste’ algoritme
De impact van het project is tweeledig, vertelt Pelzer verder. ‘We zullen directe aanbevelingen doen voor de ontwikkeling van een digitale mobiliteitshub in de Merwedekanaalzone. Het gaat om een voormalig industrieel gebied in het zuidwesten van de stad Utrecht, waar de komende tien tot vijftien jaar 6.000 tot 9.000 woningen worden toegevoegd. Een belangrijk uitgangspunt is om mobiliteit integraal en als dienst vorm te geven met een mobiliteitsplatform voor de bewoners en aanwezige bedrijven. Daarbij is de vraag welke publieke waarden geborgd moeten worden en hoe deze vervolgens concreet vertaald kunnen worden naar een set van eisen voor een algoritme. Denk hierbij aan waarden als duurzaamheid, gezondheid en privacy. Naast praktisch toepasbare kennis hierover, hopen we het academische en publieke debat over publieke waarden en platforms verder te verrijken en verdiepen. Bij dat laatste past overigens een zekere bescheidenheid, want er is nog veel meer onderzoek nodig!’