Smart Shrinkage Solutions

3S RECIPE | oplossingen voor krimpregio’s

Het project was gericht op mogelijke oplossingen voor de belangrijkste sociaaleconomische oorzaken van stedelijke krimp. De specifieke focus hierbij was op middelgrote steden op enige afstand van de belangrijkste Europese groeiregio’s. Steden die ofwel nu krimpen, ofwel een lange periode van krimp doorgemaakt hebben, ofwel zich voorbereiden op een verwachte toekomstige krimp.

Het consortium
Vanuit Nederland is dr. Marco Bontje (Universiteit van Amsterdam) betrokken.

  • Resultaten en publicaties

    Verder lezen over 3S RECIPE en de uitkomsten kan hier:

  • De uitkomsten kort samengevat

    Zeven steden in zeven verschillende Europese landen zijn vergeleken: Le Havre (Frankrijk), Lodz (Polen), Porto (Portugal), Stoke-on-Trent (UK), Timisoara (Roemenië), Zonguldak (Turkije) en Maastricht. In elk van deze steden is onderzoek gedaan naar drie beleidsvelden: economisch en financieel beleid, ruimtelijk en mobiliteitsbeleid, en leefbaarheidsbeleid.

    In workshops en interviews met relevante stakeholders is gewerkt met een scenariomethode (de ‘Future Performance Framework – Urban Futures’ methodologie) om mogelijke beleidsoplossingen te toetsen in vier verschillende toekomstscenario’s. De onderzoekers hebben zich daarbij vooral gericht op interventies die de duurzaamheid, veerkracht en crisisbestendigheid van de steden zouden vergroten.

    De Nederlandse casus Maastricht was een enigszins atypische case study omdat er nog geen sprake was van bevolkingsdaling in de stad, maar al wel in de regio. De andere zes onderzochte steden hadden al wel te maken met structurele bevolkingsdaling. De stedelijke ontwikkelingsstrategie voor Maastricht is de afgelopen jaren al wel bijgesteld: er wordt niet meer uitgegaan van verdere groei, maar van stabilisering of lichte krimp. Uit de case study komt onder meer naar voren:

    • de belangrijke bijdrage van hoger onderwijs aan de stedelijke economie en samenleving (zonder de Universiteit Maastricht was Maastricht waarschijnlijk een krimpende stad geweest);
    • het belang van een aantrekkelijke openbare ruimte en een wandel- en fietsvriendelijke stad (doorbreken of verplaatsen van infrastructurele barrières);
    • het belang van nabijheid van sociale voorzieningen (clusteren van voorzieningen op redelijke loopafstand van bewoners in alle buurten).

    Soortgelijke bevindingen kwamen uit enkele van de andere bestudeerde steden, terwijl er in elke stad ook stad- en/of regiospecifieke problemen en mogelijke oplossingen gevonden werden.

    Voor elk van de steden zijn ‘policy briefs’ geschreven voor elk van de drie onderzochte beleidsvelden. De zeven steden kunnen van elkaar leren, maar hebben zeker ook bruikbare lessen voor andere steden in een vergelijkbare situatie.